Oproepkracht heeft bij meerdere oproepen per dag recht op uitbetaling van drie uur loon voor iedere oproep

Oproepkracht heeft bij meerdere oproepen per dag recht op uitbetaling van drie uur loon voor iedere oproep

3 januari 2021

Oproepkrachten die meerdere keren per dag worden ingezet door hun werkgever, moeten voor iedere oproep minimaal drie uur uitbetaald krijgen – ook als ze korter dan drie uur werken, en ook als ze binnen drie uur voor de tweede keer worden opgeroepen.
Volgens de Wet Flexibiliteit en Zekerheid hebben oproepkrachten die minder dan vijftien uur in de week werken, recht op minimaal drie uur loon per oproep. Het was echter onduidelijk of dit ook geldt wanneer ze twee keer (of vaker) binnen drie uur werden opgeroepen. De Hoge Raad oordeelt nu van wel (Hoge Raad 3 mei 2013, LJN BZ2907).
De rechtszaak ging over een taxichauffeur die zes keer werd opgeroepen binnen twaalf uur, en in totaal 7,5 uur werkte. Ze kreeg van haar werkgever twaalf uur betaald, maar meende recht te hebben op betaling van 18 uur, op grond waarvan ze haar werkgever voor de rechter sleepte. In eerste instantie verloor ze de zaak. De Hoge Raad heeft het vonnis vernietigd, en stelt dat ze inderdaad recht heeft op achttien uur (zes keer drie uur) loon.
Volgens de Hoge Raad is de Wet Flexibiliteit en Zekerheid er niet voor niets: die wet moet de flexwerkers beschermen. Als de werkgever iemand meerdere keren binnen drie uur oproept, dan mag je dat zien als een slechte organisatie van arbeid, en dat is een risico waar de werkgever zelf voor op dient te draaien. Alleen wanneer de tijd tussen de eerste en tweede oproep korter is dan een pauze, mag het als één oproep worden gerekend, aldus de Hoge Raad.
Werkgevers kunnen de cumulatie van aanspraken op garantieloon voorkomen door de werknemer voor een aaneengesloten periode op te roepen (of door een arbeidsovereenkomst van meer dan 15 uur af te spreken, dan wel door de tijdstippen waarop de arbeid verricht moet worden vast te leggen). Als de behoefte aan werkzaamheden minder is dan verwacht, betalen zij de werknemer slechts éénmaal loon voor de wachttijd. Van overlap van gewerkte periodes is dan geen sprake. Ook het werken met beschikbaarheidsvergoedingen voor tevoren afgesproken periodes, in aanvulling waarop vervolgens voor daadwerkelijk verrichte arbeid loon wordt betaald, is een optie; ik verwijs hiervoor naar de constructie zoals deze aan de orde was in het geval van een mortuariummedewerkster (Hof Arnhem 6 november 2012, LJN BY2304).

Contact

[alert color=”green”] Heeft u een vraag over dit onderwerp of bent u benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen, bel dan met 010-477 77 55, stuur een twitterbericht  @Avinci_law , of stuur e-mail naar  info@www.avinci.nl. [/alert]