Lening aan klant reden voor ontslag
Lening aan klant reden voor ontslag
Lening aan klant reden voor ontslag
Een belastingadviseur bij een accountantskantoor handelde verwijtbaar door een klant privé twee ton te lenen zonder zijn werkgever daarover (voldoende) te informeren. Daarmee kwamen de vrijheid en onafhankelijkheid in de uitoefening van het beroep van belastingadviseur in gevaar, oordeelt het Gerechtshof Den Haag. Van ernstig verwijtbaar handelen was echter geen sprake.
Een RB-belastingadviseur, die in dienst was van een accountantskantoor, is ontslagen omdat hij een vaste klant twee ton heeft geleend, terwijl het kwaliteitshandboek van kantoor dit verbiedt. De adviseur krijgt een transitievergoeding van 16 mille, zegt het Gerechtshof Den Haag.
De belastingadviseur werkte sinds 2011 bij het accountantskantoor, dat zich richt op dienstverlening aan MKB-ondernemingen en non-profitinstellingen en bestaat uit 15 adviseurs. Begin januari 2018 schrijft zijn werkgever aan de belastingadviseur:
“Betreft: Bevindingen van deze week
In aanvulling op mijn eerdere brief van 21 december 2017 ben ik afgelopen week geconfronteerd met het navolgende:
Onafhankelijkheid
Bij toeval constateerde ik op de concept-jaarrekening 2016 van [naam bedrijf] BV dat jij in 2016 in privé een lening van € 200.000,– hebt verstrekt aan deze cliënt.
Deze jaarrekening was blijkbaar in februari 2017 al in concept gereed en nooit aan mij voorgelegd om definitief af te ronden. Ik heb het sterke vermoeden dat dit is gebeurd om dit persoonlijk financieel belang buiten mijn zicht te houden.
(…) Jouw handelen is een bedreiging van de objectiviteit van de accountant. Met jouw handelen heb je naleving van de fundamentele beginselen in gevaar gebracht. Je had mij in kennis moeten stellen van deze bedreiging, dat heb je nagelaten.
(…) Ik ben erg geschokt dat ik dit bij toeval heb ontdekt en niet direct van jou heb vernomen. Dit raakt de kern van het accountantsberoep: vertrouwen. Mijn vertrouwen in jou is hierdoor ernstig geschaad.
(…) Jouw handelen kwalificeer ik als zeer ernstig verwijtbaar. (…) Eind december heb ik een verbetertraject aangeboden. Echter bovengenoemde constateringen zijn van dien aard dat ik van oordeel ben dat de arbeidsrelatie dient te eindigen. Er is geen enkel vertrouwen meer. Ik stel je dan ook vrij voor het verrichten van werkzaamheden. Ik ben bereid een vaststellingsovereenkomst met je aan te gaan (…)”
In hoger beroep vecht de adviseur de ontbinding aan en eist een billijke vergoeding van 1,1 ton. Het Gerechtshof Den Haag bevestigt de beschikking van de kantonrechter op hoofdlijnen. Het hof vindt dat de adviseur – als hij het kwaliteitshandboek, zoals hij stelt, inderdaad niet heeft gekregen – gezien zijn niveau in ieder geval navraag had moeten doen toen hij het arbeidscontract tekende.
Verder vindt het hof dat het “niet verenigbaar is met de functie van een belastingadviseur werkzaam op een accountantskantoor” om een vaste klant zonder toestemming van de baas een lening van twee ton te verstrekken. “Dit kan anders liggen indien de werkgever/accountant daarvoor (impliciet of expliciet) toestemming heeft verleend.” Het hof licht deze nuancering niet toe. Vermoedelijk hangt het ermee samen dat de accountantsregels duidelijker zijn over de ongeoorloofdheid van zulke financiële belangen dan de regels van het RB.
Verwijtbaar
De adviseur heeft zijn baas weliswaar niets gezegd, maar de lening wel verwerkt in de jaarrekening, die de accountant uiteindelijk zou zien. Hij heeft de lening dus niet echt verzwegen. Verder was de accountant erbij toen de klant een voorstel deed om certificaten van 4.000 euro te kopen. Volgens het hof was het wenselijk geweest als de accountant toen meteen had gezegd dat investeren in het bedrijf ongeoorloofd was.
Overigens vindt het hof dat de kantonrechter het contract niet had moeten ontbinden wegens een verstoorde arbeidsverhouding (de zogenoemde g-grond uit artikel 7:669 lid 3 BW), maar wegens verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer (de e-grond). Voor de uitkomst en de hoogte van de vergoeding maakt dat echter niet uit.
Natuurlijk denkt iedereen bij het woord arbeidsrecht onmiddellijk aan ontslag. Er worden inderdaad veel procedures gevoerd over beëindiging van een arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer. Dat kan omdat er een conflict is ontstaan, maar ook omdat de werkenemer niet (meer) aan het functieprofiel voldoet of omdat zijn arbeidsplaats door een reorganisatie komt te vervallen. De werkgever kan dan op verschillende juridische manieren een einde aan de arbeidsovereenkomst maken.
Via de weg van een ontslagvergunning van het UWV WERKbedrijf tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter, waarbij soms ook een “gouden handdruk” kan worden toegekend.Maar er is meer. Wat bijvoorbeeld te doen als een werknemer ziek is en de werkgever wil de betaling van het salaris stoppen? Of als een werkgever wil dat zijn werknemer op een andere locatie gaat werken, maar deze weigert dat? Of als de werknemer schade oploopt door een ongeval op de werkvloer? De werknemer wil part-time gaan werken maar de werkgever heeft liever één full-timer dan twee part-timers?
In al deze en nog veel meer andere situaties verleent Avinci Advocaten rechtsbijstand, van het opstellen en beoordelen van een arbeidsovereenkomst tot het begeleiden van een reorganisatie en van het voeren van onderhandelingen tot het voeren van procedures.
Bron: Lening aan klant reden voor ontslag: Accountant.nl, Recht.nl, Accountancy van morgen